Wij Hageneesjes klopen onszelf graag op de borst: we wonen immers in dé muziekstad van Nederland. Eerder schreven we al dat we dit al een beetje misplaatst vonden. Maar in Den Haag hebben we het nu eenmaal erg met onszelf geschoten. En als er als een keertje bandjes van buiten hier komen spelen, dan komt er geen hond (haha!) kijken. Dit blijkt opnieuw uit onthutsende data van de Popronde.
Eerder hebben jullie al even kunnen grasduinen door wat heerlijke data van de Popronde. Dat ging toen over het aandeel Haagse bands. Een oplettende lezer stelde dat die cijfers op zichzelf niet veel zeggen, en dat hij graag een benchmark zou willen zien. Dat vonden wij een goed idee.
Helaas gaat het feest niet door. De Popronde heeft laten weten de cijfers van Amsterdam, Rotterdam en Utrecht niet te willen verstrekken. Om begrijpelijke redenen (in onze volgende, superinhoudelijke blog (oeh, rotswandhanger!) zullen we dit nog even aanstippen) maar toch jammer. Maar toch valt er nog wel iets anders opmerkelijks uit de Poprondedata te halen. En Den Haag komt er, opnieuw, wat bekaaid van af.
Leve de provincie!
Want wat hebben Oss, Venlo en Middelburg met elkaar gemeen? Alle drie steden hebben afzonderlijk een groter aandeel in de Popronde dan Den Haag. Ja lieve mensen, we konden het zelf ook niet geloven. Check deze treurigstemmende lijst, rechtstreeks geknipt uit het jaarverslag van de laatste popronde:
Van de 31 steden staat Den Haag op plaats 23. Als muziek een wedstrijd was, zouden we ‘m hard verliezen. In 2013, 2012 en 2011 was het al niet veel beter.
Wat zeggen deze cijfers nou eigenlijk? Blijkbaar houden we in Den Haag niet van bandjes van buiten Den Haag. Om extra publiek te trekken voor de Popronde, werd de Popronde 2014 zelfs tijdens de Haagse Popweek gepland. Dus, dé kans om aanstormend talent uit de rest van Nederland te zien, plannen we in de week dat we toch vooral overal en nergens Haagse bandjes onder de aandacht brengen. Wat vinden we onszelf toch ook leuk. Jammer dat de rest van Nederland dat steeds minder ziet.
Een ernstig geval van zelfpijperij
Maar het zegt ook vooral wat over Den Haag als popstad. Wat zegt het over Den Haag als zelfs een stad als Oss een boeiender Popronde heeft, met meer concerten, bezoekers en speellocaties? We stelden al eerder dat we vooral onszelf nogal tof vinden. Heeft het te maken met de nogal naar binnen gekeerde cultuur van de Haagse popscene? We vinden onszelf zo cool dat we de deur bij onze eigen bands plat lopen, tot we er moe van zijn, maar intussen kan het ons blijkbaar weinig schelen wat ze voorbij de Vliet allemaal aan toffe muziek maken. Per e-mail laat de overkoepelende Popronde-organisatie bovendien weten het beeld van de in zichzelf gekeerde Haagse popscene wel te herkennen, ‘Haagse bands eerst’.
Muziek is geen wedstrijd, bladieblah, maar de positie van Den Haag als popstad erodeert als een slecht onderhouden duin en een familie na generaties van inteelt. Als we niet uitkijken, komen we nooit verder als ‘Den Haag is natuurlijk de stad van Q65, Golden Earring en Anouk’. Die riedel horen we wat ons betreft nu al veel te vaak. Maar als we zo doorgaan, blijven we een gezellige popscene waar we elkaar lekker hoogvijven, maar waar de rest van Nederland amper nog naar omkijkt.
Enfin, nu hebben we voorlopig weer genoeg gemekkerd over de Haagse popscene. Dbrmnn gaat vooruit kijken, en met alle reden: de gemeente beslist later dit jaar over de kunstsubsidies voor de komende vijf jaar. Dus we beloven plechtig: de volgende keer gaan we maar ‘s kijken hoe het dan wel zou kunnen. Suggesties mogen alvast in de comments.
PS Overigens geen kwaad woord over inzet en de organisatieskills van de twee dames die verantwoordelijk zijn voor de Haagse Popronde: Janneke ‘gesubsidieerde snoepreis-koningin‘ Nijhuijs en Linda ‘nee, alleen nog Bombay, geen Show Pig meer’ van Leeuwen. Zij moeten ook maar roeien met de riemen die ze hebben. Popronde Nederland heeft eveneens laten weten tevreden te zijn met deze vrouwelijke ritmesectie. We hebben de dames nog wel om een reactie gevraagd, maar helaas hebben we niks van ze gehoord. Misschien zaten ze bij de kapper hun identieke haardracht (kaarsrechte pony is het he-le-maal, weet ook Bella Hay van Tears & Marble.) bij te werken.
4 gedachtes over “Autofellatio: de Haagse popscene vindt vooral zichzelf leuk”